Onderzoek

In deze deelvraag onderzoeken we op welke manieren de resultaten van onderzoeken over de verandering van het klimaat onder de aandacht worden gebracht. De onderzoeken zijn noodzakelijk om erachter te komen op welke termijnen er actie moet worden ondernomen. Terwijl we onze andere deelvragen aan het maken waren, kwamen we terecht op een site waar ze het hadden over hype, hoop en wanhoop. Dit rapport sprak ons aan en we behandelen in deze deelvraag dus ook alleen dit rapport.

 

Het rapport Klimaatengineering: hype, hoop en wanhoop

Het rapport Klimaatengineering: hype, hoop en wanhoop (zie afbeelding 3 hieronder) is een rapport waarin de maatregelen tegen de klimaatverandering op een science fiction manier zijn beschreven. Alle informatie in het rapport klopt maar sommige oplossingen zijn zo zot als maar kan. Het doel van de auteurs van het Rathenau Instituut is om het debat aan te zwengelen over klimaat-engineering: het tegengaan van klimaatverandering door op grote schaal natuurlijke processen te manipuleren. Dan kom je uit bij het storten van duizenden kilo’s ijzer in de oceanen om algengroei te bevorderen. Of het nabootsen van vulkanen om zwavelhoudende deeltjes in de lucht te sproeien. Beide opties hebben in potentie een koelend effect op het klimaat. Hoewel de ideeën in het rapport nu nog vergezocht lijken, kan het toch zijn dat ze snel geloofwaardigheid winnen. Huidige maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan blijken niet effectief genoeg. Het Rathenau Instituut zegt ook dat het mogelijk is dat klimaatverandering sneller plaatsvindt dan verwacht. Zo komt de geaccepteerde grens van twee graden opwarming steeds dichterbij en wordt de kans op onomkeerbare kantelpunten in het klimaat steeds groter.

 

Afbeelding 3: Voorkant van het rapport Hype, Hoop en wanhoop

https://www.radio1.nl/item/170646-Klimaatengineering:%20hype,%20hoop%20of%20wanhoop?_html

 

Hieronder volgen een aantal delen van hoofdstukken over hoe we de klimaatverandering tegen kunnen gaan. Dit zijn niet alle oplossingen die in het rapport/boek beschreven staan maar degenen die ons het meest aanspraken.

 

CO2-verwijdering

Verwijdering van CO2 uit de atmosfeer ligt voor de hand en dan met name door op grote schaal bossen aan te planten. De fossiele brandstoffen die we nu zo snel verstoken zijn miljoenen jaren geleden op dezelfde manier ontstaan. Ook de grootschalige kap van (tropische) bossen voor bijvoorbeeld palmolieplantages is op dit moment verantwoordelijk voor zo’n 20 procent van de CO2-uitstoot. Door herbebossing en de grootschalige aanplant van nieuw bos kunnen grote hoeveelheden CO2 worden vastgelegd. Maar deze optie vergt grote hoeveelheden land, analyseert het Rathenau Instituut, wat kan conflicteren met de behoefte aan landbouwgrond en gevolgen kan hebben voor de biodiversiteit. Hoewel bebossing eenvoudig en snel te realiseren is, verloopt de vastlegging van CO2 daarnaast door het trage groeiproces van de bomen relatief langzaam.

 

IJzer en kolen

Bij ijzerfertilisatie worden oceanen voorzien van extra ijzer om de algengroei te bevorderen. In hun groei nemen zij extra CO2 op. De adder onder het gras is flink. De invloed van ijzerfertilisatie op de ecosystemen in de oceanen is volstrekt onduidelijk en kan leiden tot verdere verzuring van het zeewater. Op afbeelding 4 hieronder zie je daarvan een heel duidelijk overzicht. Biokolen lijken een derde vruchtbare optie voor het verwijderen van CO2 uit de lucht. Als plantaardig materiaal groeit, slaat het CO2 op. Bij het afsterven komt dit weer vrij. Als plantaardig materiaal verkoold en begraven wordt, zit de CO2 voor langere tijd in de vorm van houtskool opgeslagen in de grond. Deze methode kent vrijwel geen technologische uitdagingen en heeft positieve effecten op de bodemvruchtbaarheid. Alleen de teelt van biomassa op grote schaal vraagt om miljoenen hectaren landbouwgrond. Dezelfde problemen die ontstaan bij herbebossing duiken dus ook hier op.

 

Afbeelding 4: Twee mogelijke scenario's van ijzerfertilisatie: met het gewenste effect: verlaging van atmosferisch CO2 (links) tegenover het ongewenste effect: overname van het hele ecosysteem door 1 bepaalde soort (rechts).

https://cafethorium.whoi.edu/Fe/1999-Annualreport.html.

 

Spiegels en witte verf

De opwarming van de aarde kan niet alleen gestopt worden door het broeikasgas CO2 te verwijderen, maar ook door te voorkomen dat zonlicht de kans krijgt de aarde op te stoken. Solar Radiation Management (SRM) is de term voor maatregelen die zorgen dat minder zonlicht het aardoppervlak bereikt. Volgens het Rathenau Instituut kunnen we door 2 procent van de inkomende zonnestraling te blokkeren alle opwarming sinds de industriële revolutie ongedaan maken. Een van de genoemde opties is om 55.000 reflecterende ‘zonnezeilen’ van honderd vierkante kilometer doorsnee in een baan om de aarde te brengen. Een andere opties is een ijzeren spiegel van 5,1 micrometer dikte en 3.600 vierkante kilometer doorsnee, met een gewicht van 420 miljoen ton. Dan zijn we nog niet bij een dertig jaar durende lancering van triljoenen dunne schijfjes die het zonlicht weren. Deze hele dunne schijfjes, met een doorsnee van ongeveer zestig centimeter, moeten elke minuut van de dag met een miljoen tegelijk de ruimte in worden gelanceerd. Het is niet verbazingwekkend dat deze opties vooralsnog als technisch onhaalbaar zijn en natuurlijk is dit ook veel te duur.

 

Een andere greep uit de SRM-maatregelen is woestijnen bedekken met wit folie zodat het woestijn oppervlak niet opwarmt. Technisch gezien is het wit schilderen van verharde oppervlaktes, zoals daken of wegen, een stuk simpeler. Alleen is de impact hiervan bijna nul en blijkt dit financieel niet haalbaar.

 

Lange Termijn

Of klimaatengineering wenselijk is zal het maatschappelijk debat moeten uitwijzen. Frans Rooijers, directeur van onderzoeksbureau CE Delft, is in ieder geval weinig positief. “Adaptatie en klimaatengineering bestrijden slechts de symptomen van een opwarmend klimaat en doen niets aan de oorzaak van het probleem: ‘Het zijn pleisters.’” Alleen al puur technisch gezien biedt klimaatengineering op de korte termijn geen perspectief om klimaatverandering de baas te zijn. Wel kunnen de verschillende technologieën om CO2 uit de lucht te halen en op te slaan op langere termijn een bijdrage leveren. De technologieën moeten nog verder ontwikkeld worden en er dient een internationaal kader ontwikkeld te worden waarin zij een plaats krijgen.

 

Nederlandse rol

Ook Nederland kan een bijdrage leveren, zegt het Rathenau Instituut, bijvoorbeeld door verwijdering van CO2 als instrument op de agenda te zetten van de internationale klimaatonderhandelingen in 2015. Pier Vellinga is hoogleraar klimaatverandering aan de Vrije Universiteit en aan Wageningen Universiteit & Research Centrum en speelde een belangrijk rol in het opzetten en begeleiden van het IPCC. Als het aan Vellinga ligt, moet Nederland zich niet al te veel mengen in de discussie over klimaatengineering en al helemaal niet investeren in onderzoek. Er zijn volgens hem nog vele andere opties die gebruikt kunnen worden, zelfs wanneer de nood aan de man komt. Hij ziet meer kansen in biobased economy. ‘We kunnen ons geld wel beter besteden, bijvoorbeeld aan de transitie naar een duurzame economie.’